Noord South Australia en de Outback

Adelaide guys, de hoofdstad van South Australia. Een beetje vreemd want hier is bijzonder weinig hoogbouw te vinden. En het is een wel heel erg geplande stad. Het CBD is volledig omringd door groen, wat ik fantastisch vind. Het centrum ligt wel een behoorlijk eindje van de zee, maar er rijdt een gratis tram heen, dus ideaal. We arriveerden tegen de avond en bezochten ineens de winkelstraat en het CBD. Alles was natuurlijk gesloten, maar foto’s nemen kon natuurlijk wel en dus deden we dat. Sommige gebouwen zijn prachtig, andere dan weer niet. En het North Terrace, daar vind je alle culturele en entertainment gebouwen. En aangezien hier een casino is, besloten we om nog eens te spelen … met gratis geld dat je krijgt bij registratie. Helaas verloren we de 10 dollars bij roulette nadat we net de cash hadden gewonnen, dus de avond was snel voorbij. En helaas konden we ook nergens nog eten want alles sluit hier vroeger dan in andere hoofdplaatsen.

IMG_4471 IMG_4475 IMG_4492 IMG_4559 IMG_4603 IMG_4630

Volgende dag was Mt Lofty aan de beurt. Met een adembenemend uitzicht over de omgeving en over Adelaide. En dan volgde een trek naar de waterval. Behoorlijk koud boven, dus met warme kleding aan deden we de tocht. En toen werd het warm en zwaar. Wat een steile klim naar boven nadat we de watervallen hadden gezien. Dus in de namiddag reden we naar Glenelg, het strand van Adelaide. Veel mooier dan St Kilda in Melbourne en met iets warmer water. De avond spendeerden we opnieuw in het centrum, waar we langs de rivier wandelden en de overige gebouwen fotografeerden. Vanuit Adelaide, wat centraal in South Australia ligt, trokken we noordwaarts. Een tip uit het informatiecentrum was om ’s avonds of heel vroeg ’s ochtends te vertrekken omdat alle inwoners van Adelaide tijdens het Paasweekend naar het noorden trekken met als gevolg files.

Dus die avond reed Lukas van Adelaide naar Port Augusta, wat een behoorlijk grote afstand is. En pikdonker met de mogelijkheid van overspringende kangoeroes en grazende koeien. Nu we zijn veilig aangekomen in Port Augusta. De stad wordt niet echt aanbevolen als veilig, maar goed, we overnachtten er en laadden de dag nadien onze apparaten op voor de lange trip noordwaarts. Jammer genoeg was die dag Goede Vrijdag, een feestdag in Australië, waardoor bijna alles gesloten was. Het toerismekantoor was open alsook een supermarkt. Ideaal, want opladen gebeurde in het toerismekantoor en onze laatste inkopen deden we in de supermarkt natuurlijk. De prijs is al een stuk hoger dan in de grootsteden, maar nog redelijk acceptabel.

Na Port Augusta – en zeg maar 2 km uit de stad – verwelkomde een prachtig landschap ons. Geen stukje stad meer te zien, alleen maar vegetatie, zand en bergen. Ongelooflijk hoe snel alles hier verandert. Nu begon het echte avontuur, want een tankstation vind je hier meestal elke 100 – 300 km. Dus moesten we het niveau van de benzine goed in het oog houden. De eerstvolgende stop om iets te bezoeken, was Coober Pedy, een opaalmijndorp in het noordwesten van South Australia. En om dat te bereiken was de afstand tussen roadhouse en dorp maar liefst 252 km. Nu we zijn er geraakt zonder problemen en hier overnachtten we voor het eerst in de tent, te midden van de outback. En er stond ons een prachtspektakel te wachten voor we gingen slapen. In de verte kon je het onweer zien, dat maar liefst meer  dan 200 km verder plaats vond. Maar we moesten niet treuren want ’s nachts kregen we het zelf over ons heen. Gelukkig is de tent waterproof en konden we rustig slapen.

De volgende dag was het dan tijd voor Coober Pedy. Toevallig was er tijdens het paasweekend net een festival aan de gang voor het 100-jarig bestaan van het dorp. Het heeft wat weg van een wildwest dorp, want alles is omgeven door zand en steen. Het leukste aan dit dorp is dat je de ondergrondse mijnen kan bezoeken (tegen betaling uiteraard). Maar het gratis museum had ook een mooi voorbeeld van een tunnel in de mijnen, dus hoefde een betaald tripje niet. En bovenop het museum had je een prachtig uitzicht over de stad (althans, wat je prachtig kan noemen). En daarbovenop hebben we ook een spoedcursus opalisme gekregen, of hoe je het verschil ziet tussen een solid, doublet of triplet opaalsteen.

De 100-jarig bestaansparade

De 100-jarig bestaansparade

De ondergrondse kerk

De ondergrondse kerk

Coober Pedy

Coober Pedy

Coober Pedy

Coober Pedy

Star Wars?

Star Wars?

Na Coober Pedy reden we verder richting Northern Territory. En dat was een behoorlijke eind. Niets maar dan ook niets onderweg om te bezoeken. Enkele een roadhouse voor wat benzine op te halen of wat te eten. En dan reden we deze nieuwe staat binnen. Een heel mooi welkomstbord dit keer toonde aan dat we ons niet meer in South Australia bevonden. Even de obligate foto’s nemen en verder rijden naar het volgende roadhouse. En aan dat roadhouse slaan we links af, de enige zijroute die ergens naartoe leidde. Inderdaad, we waren op weg naar Uluru-Kata-Tjuta National Park. Uiteraard moest er eerst een nodige stop ingelast worden om te overnachten, want we spenderen liever geen tientallen dollars aan een nutteloos hostel. Nee we freecampen iets voor het National Park. Een groot en mooi freecamp maar wat hier het allermooiste was, is onvoorstelbaar. Het was namelijk pikdonker. En hoe dat kwam, wel na de Europese zonsverduistering kregen wij een prachtige maansverduistering. En hierdoor zag je werkelijk niks meer op aarde maar des te meer in de lucht. Voor het eerst in ons leven zagen we met onze eigen ogen de melkweg. Miljoenen sterren verlichten de hemel en daartussen kon je enkele nevels zien (allee, ik denk toch dat het nevels waren). Een prachtspektakel die we helaas niet op video konden vastleggen met onze toestellen. Het was natuurlijk wel niet eenvoudig om te koken zonder licht, maar heel erg plezant om eens echt niks meer te zien in de buitenlucht.

IMG_4656

Hoe weinig volk er passeert (nu er passeren zeker 20 voertuigen per dag, dus no worries als je er komt vast te zitten

Hoe weinig volk er passeert (nu er passeren zeker 20 voertuigen per dag, dus no worries als je er komt vast te zitten

Die auto was de weg kwijt

Die auto was de weg kwijt

IMG_4675 IMG_4678 IMG_4683 IMG_4802

Welcome to the Northern Territory

Welcome to the Northern Territory

IMG_4721 IMG_4691 IMG_4685

Na een uurtje konden we de tent op zetten want dan was het weer klaar door de maan. Dus sliepen we eens goed om de volgende dag volop voor het national park te gaan. En dat was nodig ook. We arriveerden in Yulara, het resort voor Uluru. Zeer commercieel en hier heb ik ineens ook een litteken bij door de stomme treden in het dorp. Maar goed, het draaide niet om Yulara maar om Uluru oftewel Ayers Rock. Eerst de $25 entreegeld betalen (geldig voor 3 dagen) en dan doorrijden naar deze immense monoliet. En zelfs kilometers vooraf stopten we constant voor unieke en mooie foto’s. Uiteindelijk arriveerden we bij de parking – wat dan nog eens de verste was ook – en startten we de tocht. Na 20 minuten keerden we al terug door de ontelbare hoeveelheid vliegen die overal kropen. Hier heb je echt een vliegennet nodig, iets wat wij niet hadden. Dus reden we met de auto naar een dichtere parking. Hier ontdekten we dat we de rots konden beklimmen, wat niet geapprecieerd wordt door de Aboriginals. Nu, het was een behoorlijk steile klim en een zware tocht. Maar we bereikten de top op 863m hoogte na ongeveer een halfuurtje klimmen. Zalig uitzicht over een grote vlakte. En zot hoeveel kinderen van 8 tot 14 deze klim deden. En dan volgde de immens steile afdaling, die behoorlijk vlot ging. Slechts 8 minuten van top tot de auto. En dan nog wat extra foto’s die minder spectaculair zijn als die op de top. En vervolgens een toertje rond Uluru om nog wat extra foto’s te maken. En dan reden we uiteindelijk naar Kata-Tjuta oftewel de Olga’s. Opnieuw reuze stenen die de prachtige rode kleur hebben. Hier deden we de walk in the valley of the winds. Het moest wat sneller gaan omdat we de zonsondergang wouden zien, maar geen probleem, het lukte sneller dan wat aangeduid staat en op normaal tempo. En nu weten we ook waarom het de “Valley of the winds” heet, er is namelijk enorm veel wind op de lookout. En dan terug voor een prachtige zonsondergang – helaas niet zo mooi als degene aan Uluru te zien is (stom wicht aan de infobalie gaf ons slechte raad). Maar toch zag je de kleuren veranderen in helder rood, paars en zwart. En we kregen er een extra mooie lucht bij. De moeite waard dus. En dan op naar onze volgende freecamp.

Kata-Tjuta (de Olga's)

Kata-Tjuta (de Olga’s)

Uluru (Ayers Rock) - echt massief want die is 863 m hoog

Uluru (Ayers Rock) – echt massief want die is 863 m hoog

IMG_4860

De nog niet zo steile klim

De nog niet zo steile klim

IMG_4865 IMG_4876 IMG_4891

Me and Lukas on top of Uluru

Me and Lukas on top of Uluru

Helaas zijn er ook enkele gesneuveld tijdens de klim

Helaas zijn er ook enkele gesneuveld tijdens de klim

IMG_4949 IMG_4966 IMG_4999 IMG_5003 IMG_5019

The Valley of the winds

The Valley of the winds

IMG_5057

Sunset

Sunset

IMG_5070

Op de freecamp plaats, toen Lukas reed, kwamen we vast te zitten in het zand. En Lukas kon de auto er niet uitrijden. Toen ik in de auto kroop, lukte het echter wel. Hij had de gas namelijk niet ver genoeg in gedrukt :p

Daarna reden we naar Kings Canyon. Vergelijkbaar met de Grand Canyon in de USA, maar dan wat kleiner, maar zeker niet minder mooi. Een stevige wandeling, alweer, met weer heel veel foto’s. Prachtig! Het leek zo uit een film te komen. En ook hier had je zelfs een waterpoel en klein riviertje waar je helaas niet mocht zwemmen. Na dit keerden we de hele weg terug om dan vervolgens op de Stuart Highway terecht te komen en dan richting Alice Springs te rijden.

IMG_5097 IMG_5107

Kings Canyon

Kings Canyon

IMG_5115 IMG_5118 IMG_5122 IMG_5128 IMG_5154 IMG_5167

Alvorens we Alice bereikten, moesten we eerst nog eens overnachten. Het voordeel aan deze route is dat kamperen op elke stopplek is toegestaan. Nadeel is dat de stopplaatsen nogal ver uit elkaar liggen. Nu de dag nadien reden we Alice Springs binnen en we hadden al direct de Ranges gemist. Maar goed, we vonden het infocentrum, vroegen wat er te doen was en vooral gratis en deden het. Nu het was de lookout en een wandeling langs de rivier. Niet veel dus. Maar goed, we liepen wat rond in de stad, aten er en laadden er onze apparaten op die de voorbije dagen flink hun werk hadden gedaan. Een oplaadpunt zoeken was niet moeilijk, de hele binnenstad beschikt namelijk over publieke oplaadpalen. Toch voelden we ons niet echt veilig in deze stad en dat kwam door de Aboriginals. Deze riepen voor de hele stad en keken in elke auto die geparkeerd stond. Ook vind je voor elke alcoholshop een politieagent die controleert of ze niets stelen. Nu goed, we reden verder naar de nieuwe kampeerspot. Zo misten we onder andere Rainbow Valley en de andere kant van de ranges met vooral veel poelen waar je kon zwemmen.

Alice Springs

Alice Springs

IMG_5211 IMG_5213

De dag nadien passeerden we enkele roadhouses waarvan er eentje toch wel uniek was. Het minidorpje was namelijk rotsvast overtuigd van aliens. En dat was er aan te zien. Alles straalde iets buitenaards uit, een beetje zoals Galaxy Park, al is dat een fictieve serie. Er vandoor dan, op naar Tennant Creek, het laatste grote dorp op onze weg naar Queensland. Voor we aankwamen, passeerden we de “Devils Marbles”. Dit waren grote ronde rotsen te midden van de vlakte. Mooi om te zien en ideaal want het ligt direct naast de snelweg, waar we trouwens voor het eerst onbeperkte snelheden mochten halen. Ik reed dus voor het eerst eens 190 km/h waar het toegelaten was. In Tennant Creek viel bijzonder weinig te doen, dus besloten we enkel om hier te tanken en verder te rijden om opnieuw te overnachten voor we de grens bereikten. We maakten nog een kleine omweg naar “The Pebbles”, maar dat vonden we nu niet zo speciaal meer. Dus bij aankomst stelden we de tent op en keken een filmpje voor we gingen slapen.

IMG_5261 IMG_5236 IMG_5230

En daarmee zit het verhaal in het red centre er alweer op.

Plaats een reactie